Sinds eeuwen is Taugé dagelijkse kost in Aziatische landen. De kleine boontjes die ontspruiten zijn de voorlopers van alle andere spruitgroenten. In supermarkten kun je tegenwoordig verschillende soorten spruiten vinden die we eigenlijk te danken hebben aan hippiecultuur in de jaren zeventig. Zij waren de eersten die gingen experimenteren met het ontkiemen van groentezaden. Wie nog nooit geprobeerd heeft om zelf de kleinste zaadjes van een bonenplant te telen, heeft een hoop gemist.
In enkele eenvoudige stappen helpen wij je op weg om je eigen Tauge te kweken. Wanneer je de spelregels in acht neemt is het heel simpel, zelfs als beginneling. Je kunt er bovendien een leuk projectje van maken met de kinderen, zowel thuis als op school.
Taugé
Taugé
Wat is Taugé
De mungboon of, met een moeilijk woord, de Vigna radiata, is een kleine groene boon die afkomstig is uit Azië. De zogenaamde Sojascheuten, zoals ze vaak ook genoemd worden, kent iedereen uit de Aziatische keuken. Je vindt ze terug in wokgerechten, loempia’s enz. De scheuten of spruiten zien er uit als lange witte stengeltjes met aan het eind het kleine boontje en zijn knapperig wanneer ze rauw gegeten worden.
Hoe kweek je Taugé?
Om te beginnen zorg je ervoor dat je een stevige glazen of plastic pot heb waarop een deksel past. In dit deksel maak je gaatjes zodat de lucht erbij kan. Je kiest het best voor biologische boontjes omdat deze vrij zijn van pesticides en niet behandeld werden met het proces van genetische manipulatie.
Vul je pot(ten)
Zorg ervoor dat, wanneer je de boontjes in de pot doet, dat ze genoeg plaats krijgen om te groeien. Vul ze daarom niet helemaal maar ongeveer tot de helft. Voeg nu de pot met koud water tot alle boontjes bedekt zijn. Laat ze daarna een hele nacht rusten zodat ze de tijd krijgen om te ontkiemen. De volgende ochtend zet je de pot ondersteboven zodat al het water kan uitlekken. Nog even naspoelen, opnieuw laten uitlekken en dan zijn ze weer klaar voor een paar uurtjes rust.
Dagelijkse verzorging
Vier tot zes dagen lang, herhaal je twee maal per dag dit proces van spoelen en uitlekken. Je weet dat de spruiten volgroeid zijn als de stengeltjes ongeveer tien tot vijftien centimeter lang zijn. Zet de pot donker, vooral de eerste vier dagen. Eet je het liefst witte Taugé, dan hou je ze tot het eind van hun groei op die donkere plek. Ga je Tauge kweken die een tikkeltje groen is, dan kun je ze de vijfde en zesde dag op een lichte plaats zetten.
Hoe oogst je taugé?
Zie je dat de spruitjes hun gewenste lengte hebben, dan kun je ze een laatste keer spoelen en laten uitlekken. Dit kan dus reeds na vijf à zes dagen, al naargelang je zelf verkiest. Wanneer ze goed uitgelekt zijn schud je ze voorzichtig in een plastic pot waarop een goed afsluitbaar deksel past of in een sluitbare plastic zak die geschikt is voor etenswaren.
Hoe kun je het beste taugé bewaren?
Heb je zoveel spruitjes dat je ze niet in één keer kunt opmaken of verwerken, dan kun je ze gemakkelijk nog een aantal dagen bewaren. Een koele droge plaats is nodig om de versheid te behouden dus, het is aan te raden om ze onderaan in de koelkast te bewaren in de groentenbak.
Taugé is ook nog is mega gezond!
Taugé is een ontzettend rijke bron van eiwitten en die hebben wij dagelijks nodig. Ook zitten er verschillende mineralen en vitamines in zoals o.a. calcium en ijzer, vitamines A, de sterkste antioxidant C, B en E. 100 Gram Taugé levert niet minder dan 1/3 van onze behoefte aan vitamine C die we dagelijks nodig hebben om gezond te blijven. De lekkere mungbonenspruitjes bevatten zelfs stoffen die de kans op kanker verlagen.
Het verschil in vitamine C tussen mungbonen en Taugé
Een wetenschappelijk team van onderzoekers boog zich in 2012 over de vraag of het gehalte aan vitamine C hoge of lager is wanneer mungbonen ontkiemen tot spruiten. Het onderzoek werd gevoerd in de Cornell Universiteit van New York en het resultaat was verbluffend. Reeds na acht dagen vond men in de spruiten zulke hoge dosissen vitamine C dat men kon spreken over een toename met factor zes. Dit wil zeggen dat men 4 maal meer vitamine C vond dan in de boontjes zelf.
Wat doe je bij plagen en ziektes ?
Zoals alles wat je doet met natuurlijk voedsel, kan het ook wel eens mis lopen. Ga je zelf Tauge kweken, is het niet anders. Maar, dat de tauge plant ziektes ontwikkelt gebeurt heel zelden en, het is meestal je eigen ‘fout’. Teveel boontjes tegelijk laten ontkiemen of niet genoeg laten uitlekken kan schimmels veroorzaken. Dus nooit teveel boontjes en zorgvuldig laten uitlekken is de boodschap. Ruiken de spruitjes lekker fris en is de kleur nog mooi wit, dan kun je ze sowieso eten.
Hoe kun je tauge bereiden?
Met een beetje creativiteit kun je Taugé gebruiken in heel wat gerechten. Vooral wanneer je met kinderen een Taugé plantage hebt opgezet is het leuk om samen dingen uit te proberen. Rauw in een slaatje is één van de makkelijkste manieren om van de spruitjes te genieten maar bijvoorbeeld zelf loempia’s maken of wokken kan een echt kookfestijn worden.