De basisbehoefte van een plant bestaan uit stikstof(N), fosfor(P) en kalium(K). Dit is de welbekende NPK-verhouding. Daarnaast heeft de plant ook behoefte aan sporenelementen boor, koper, magnesium, mangaan en molybdeen.
In de grond zijn deze stoffen in beperkte maten aanwezig en bemesting is daardoor een must. Dit kun je doen in vloeibare vorm i.c.m. water, of in vaste vorm d.m.v. strooien of mengen door de aarde. Meststoffen in vloeibare vorm worden gebruikt vanwege diverse voordelen. Zo kunnen ze gemakkelijk worden gemengd en toegediend met de watergift en over het algemeen zijn ze makkelijker op te nemen dan vaste meststoffen. Dit komt doordat vloeibare meststoffen een groter contactoppervlak hebben en ze niet eerst op hoeven te lossen. Dat vergt echter wel een andere toepassing en werkwijze dan voor de meststoffen in vaste vorm.
Bij het gebruik van vloeibare meststoffen is het echt belangrijk om de verhouding aan te houden. Een overschrijding kan namelijk schade aanbrengen aan de planten. Een teken hiervan is bladverbranding: het blad is dan van binnenuit beschadigd. Het blad zal hierdoor geel worden. Bladverbranding kan echter ook optreden door hitte, houd dus beide in de gaten!
Chemisch vs organisch
Het bouwen aan een gezonde bodem is de sleutel voor succesvol kweken. En dat is precies wat organische meststoffen doen in tegenstelling tot chemische meststoffen. Zo hebben bodems met veel organisch materiaal tal van voordelen. Ze blijven los en luchtig, houden vocht en voedingsstoffen beter vast, bevorderen de groei van bodemorganismen en bevorderen gezonde wortelontwikkeling. Het organische materiaal dat in de bodem zit moet worden afgebroken door bodemmicroben zodat hun voedingsstoffen vrijkomen. De afbraak hiervan kost tijd en biedt doordoor een langdurige voeding en stabiele groei i.p.v. overmatige groei.
Chemische meststoffen dragen weinig tot 0% bij aan de verbetering van de bodem. Ze bestaan uit hoge concentraties minerale zouten waardoor ze in staat zijn veel van de essentiële bodemorganismen te doden. Daardoor verliest de bodem geleidelijk zijn organische stof en microbiologische activiteit. Zodra dit materiaal opraakt breekt de bodemstructuur af, wordt de bodem levenloos, compact en minder in staat is om water en voedingsstoffen vast te houden. Dit resulteert in een “steeds meer te moeten gebruiken meststof” om een degelijke oogst te halen.